BACK

Weekly Residuum 294 - mei 2006 D
© foto en tekst Koen Nieuwendijk




Hebt u dat nooit? Dat u zich ergens groen en geel aan ergert, maar dat de stemmen in uw hoofd net zo makkelijk uw gelijk weer ondermijnen, omdat u zich ook kunt voorstellen dat het andere koek is als het om een sluitende verdediging gaat, waardoor het toch weer pure redelijkheid is die u doet besluiten uw mond te houden? Dat heb ik nou met die trap in het Kröller-Müller Museum. Alles wat ik daarover ga schrijven kan tegen me gebruikt worden. Dat moet dan maar als ik daarmee het recht van pubers om raar te doen kan verdedigen. Ongecoördineerd bewegende jongeren blesseren zich om de haverklap, met of zonder kunst, hoe heilzaam kunst misschien verder ook is.

De korte trap in mijn galerie is in de verste verte niet te vergelijken met de ellenlange roltrappen in de Londense subway, maar zou ik me dan toch zorgen moeten maken over de jongeren die in opdracht van hun school bij mij werkstukken komen maken en ook zonder uit de band te springen, zeg maar in vervoering voor een kunstwerk achteruit lopend, de trap kunnen aflazeren? Heb ik het dan gedaan? Natuurlijk niet, in het leven gaat van alles mis. De menselijke maat is gebaseerd op stumperen. Het is maar een weet. En dat geldt net zo goed voor de luie trap in het Kröller-Müller Museum, die nu uit zinloze bezorgheid is gesloten.

Het is niet zozeer dat het stumperen uit de hand is gelopen, het is de manier waarop burger, bedrijf en overheid er mee omgaan. In de ring staat nu het mondige individu, dat overal zijn gelijk en de aanklevende schadevergoeding uitsleept, tegenover een wanhopige overheid, die zich tegen al die bijdehante burgers niet meer adequaat kan verdedigen en de oplossing zoekt in het uitsluiten van alles. Hoe treurig het ook is voor die jongen die die fascinerende trap een stukje afrolde, dat afsluitlint is onterecht, net zoals veel Europese regels onterecht zijn. We hebben het recht om te stumperen zonder meteen gebrandmerkt te worden. Anders is er nooit meer iets aan.

Terwijl ik dit schreef vroeg mijn dochter wat toch de zin was van het stukjes schrijven. Ik hield het kort, want het was al laat en ik zei dat het voor mijn eigen plezier was, ten tweede omdat de mensen dan konden zien dat ik niet altijd aan geld dacht, en ten derde dat ik op deze manier wellicht iets kon bijdragen aan het ten goede keren van al die waanzin. Ze wist waar ik het over had, want de foto van de trap trok haar aandacht, waarna ze het artikel las. Ze vroeg ook nog of ik ook over haar had geschreven, want dat stelde ze niet op prijs. Op dat moment had ik dat niet dus mocht ik dat volmondig beamen. Ik zie haar als tamelijke wildebras heel goed in staat al spelend van zo'n trap te vallen, en dan? Nooit meer avontuurlijke trappen? En hoe zit dat dan met steile hellingen en wildwaterbanen, de fiets sowieso, de rollerskate, om niet te spreken van een eenvoudige wip, die u fors in uw kruis kan raken? Afschaffen dan maar, gewoon verbieden? Een veilig sukkeldrafje voortaan is de grens, en liefst in nette rijtjes. Zelfs het vallen is te voorkomen door de sukkelaars in tuigjes op te hangen aan een kabelbaantje, met bungelende benen die mogen bijdragen aan beweging zowel als voortbeweging. Gezonder en veiliger kan het niet. Wat maken we ons dan dik?





BACK