BACK

Weekly Residuum 219 -oktober 2004 A
© foto en tekst Koen Nieuwendijk



Na te hebben kennisgemaakt met het idee van reservaten vol bomen met eetbare vruchten voor hen die verplicht moeten inburgeren (Nu we het er toch over hebben, waarom is Nederland vergeven van de wilde kastanje, waarvan de vruchten stinken en oneetbaar zijn, en zoek ik al sinds mijn jeugd in elk park vergeefs naar de tamme kastanje? Ik kan er mee leven, met zo'n kleine vrijwel nooit vervulde droom, maar de vraag waarom blijft door mijn hoofd spoken. Is het u bekend waarom voor het openbaar groen niet standaard wordt gekozen voor vegetatie met eetbare vruchten? Nee, als er al vruchten aan hangen dan zijn ze oneetbaar. Kastanjes! Je kunt er lucifers in steken en hondjes van maken. Eikels, met of zonder alpinopetjes, hebt u daar wel eens in gebeten? Sneeuwbessen, rozenbottels, als schijn je daar jam van te kunnen maken, maar eetbaar is anders. Zijn er soms in het geheim ambtenarenopleidingen geweest waar men leerde dat het volk niets cadeau dient te krijgen?) leefde ik al lezend mee met burgers die lijden onder de terreur van bomen, die elke nazomer hun oneetbare sierperen laten vallen op wegdekken en autodaken, waardoor alles wordt bedekt door ongevraagde perenmoes, maar die dan stuiten op een dove deelraad.

Over deelraad gesproken, in Amsterdam pretendeert men te proberen het authentieke te bewaren, en tegenwoordig ook te reconstrueren. Lijkt me een vrij logische gedachte als je vrijwel het hele historische centrum voor een speelgoedtreintje gaat ondermijnen. Ik weet zeker dat ik de leden van de deelraad beledig als ik hardop zou veronderstellen dat het haar op de een of andere ondoorgrondelijke manier lukt om de diverse belangen van Amsterdam om te zetten in frustratie en nodeloze procedures, maar toch vind ik dat de Enkhuizer Almanak kond zou moeten doen van de doorlopende donderwolken voor het lokale ondernemersklimaat, want hoe kun je nou een driehonderd meter lange avenue vol bloemen -ik doel op de Bloemenmarkt- levensvatbaar houden in een buurt met krap voldoende autochtonen voor drie kramen dahlia's en vrouwentongen, in aanmerking genomen dat de gemiddelde toerist wel graag wandelt in dat luisterrijke bloemenaanbod, maar om praktische en plant- en bloemvriendelijke redenen afziet van aankoop van boeketten en potplanten? Dus als die uitbaters van het stadsdeel met z'n allen onbaatzuchtig mooi moeten staan wezen, zeg er dan bij waar de rekening naartoe moet.

Al zouden we als initiatiefrijke burgers natuurlijk best het lelijkste stuk van de Dam, rond het monument, vol kunnen planten met tamme kastanjes.

BACK