BACK    BACK to After Debat

Weekly Residuum 32 - januari 2001 C
© foto en tekst Koen Nieuwendijk


  Bericht aan Debatmeester II



Zou het Rijksmuseum de komende stormen doorstaan en
zich als wuivend riet weer in oude luister oprichten?


      In de vorige editie van Weekly bracht ik een debat over de op handen zijnde renovatie het Rijksmuseum ter sprake, dat op 6 februari aanstaande in de Beurs van Berlage wordt gehouden. Dit debat wordt door het Rijksmuseum zelf georganiseerd, en geleid door Adriaan van Dis. Maar, De Mondige Burger Rukt Op! Op dezelfde dag wordt er ook een alternatief debat georganiseerd door Arcam, in Felix Meritis, beter bekend als het Shaffy Theater. Dus al voordat bekend wordt wie het Rijksmuseum zal ruïneren, is het verzet al op gang gekomen. Waar moet dat naartoe.

Voor u verder leest moet u weten dat ik deze tekst met knarsend gemoed zit te schrijven. Hoe ongerijmd lijkt het om argumenten tegen openheid en inspraak te formuleren. Als een vloek klinkt het. Misschien helpt het als u bedenkt dat zekerheden altijd tijdelijk zijn, en dat het ons scherp houdt als we deze steeds weer onderwerpen aan kritisch onderzoek.

Bijvoorbeeld, u bent burgemeester van Amsterdam, en u vraagt zich hardop af of de burgers wel willen weten wat uw ambtelijk apparaat voor hen bekokstooft. Dat staat los van het feit dat de ambtenaren voordoen zich zo te gedragen, terwijl dat nauwelijks het geval is, maar als die mondige burgers een andere weg zouden hebben gevonden -ik verzin maar even wat- dan zou al die kostbare onzin van inspraakrondes, voorlichtingsavonden en commissiehoorzittingen -waar, eerlijk is eerlijk, de gemiddelde burger altijd met kluiten en bossen riet vandaan komt- gewoon afgeschaft kunnen worden, en dat scheelt een hoop tijd en geld. Het antwoord kan natuurlijk best tegenovergesteld luiden, maar dan weet je het tenminste weer zeker. Tot zover de imaginaire burgermeester.

Nu de andere kant. U bent een imaginaire burger. U kunt bogen op een diploma van een middelbare school, u hebt, als het een beetje meezit, wetenschappelijk onderwijs genoten, u hebt kunst in huis en u voelt zich betrokken bij het culturele wel en wee van Amsterdam. U weet precies hoe de Museumwei er eigenlijk uit moet zien, u vindt de Stopera ook een monument van bestuurlijk onvermogen, evenals het Max Euweplein en de uitbreiding van het Van Goghmuseum, u bent fel tegen de aanleg van de metro, en u doneert, debatteert, petitioneert, procedeert uzelf suf. De overheid, de gemeente, de ambtenaar zit met zijn/haar handen in het haar, want een beetje poging tot beleidsbeslissing wordt door u opgerekt tot een Unvollendete. U schaakt uzelf naar uw gelijk toe. Het mag best lang duren, zelfs een remise tegen de moloch die overheid heet geeft voldoening

Nu bent u weer de burgemeester. U zegt dat u de mondigheid van de burger zeer op prijs stelt, maar er is natuurlijk ergens een grens. Zoals het nu gaat doet diezelfde burger, waar u zich zo voor uitslooft, u de das om. Maar u verbijt zich, want als u in een onbewaakt moment verzucht dat die burger zijn mond moet houden, dan krijgt de pers over u heen, en dat kon u wel eens de kop kosten. Dat hebt u er niet voor over. U benoemt een commissie.

Nu zit u -geachte lezer- in die commissie, en met de gebakken peren. Want ook op die manier krijgt u de pers over u heen, wat u ook zegt. Kunt u net zo goed eens flink van leer trekken, en trouwens, het is in deze context uw plicht met alle geoorloofde middelen uw medemens uit deze impasse te trekken, en als u erin slaagt middels prikkelende opmerkingen burger en overheid wakker te schudden, dan bent u een goed mens, ook al staan er legers deskundigen klaar om u onderuit te halen en te brandmerken. En bovendien geeft u de pers stof tot schrijven, en ook dat is een loffelijk streven.

U laat het volgende lekken. Dat we de kunstbranche tot voorbeeld moeten nemen. Daar -mag ik voor één keer de rijen sluiten en simpelweg zeggen bij ons- is iedereen het erover eens dat het tot stand komen van een kunstcollectie uitdrukkelijk niet moet geschieden middels een commissie, want dat levert, leert de praktijk, uitsluitend zouteloze compromis-collecties op, maar door één persoon, die zonder enige inspraak gedurende meerdere jaren zijn persoonlijk kompas mag, nee, moet volgen. Niks inspraak, niks medezeggenschap, gewoon autoritair en dictatoriaal. Via hetzelfde of een ander lek spuit u uw visie over het sociologische aspect. Kinderen steken het meest op in hun peer groups, en vergelijkbare processen spelen zich ook later tussen volwassenen af. U laat de woorden subcultuur, netwerk, vriendenkring, kliek -u noemt wat u te binnen schiet- vallen, en u maakt duidelijk dat vrijwel alle beleid in meerdere of mindere mate via deze fenomenen tot stand komt. U suggereert een nieuwe betekenis van het woord debat: een nostalgische gebeurtenis die symboliseert dat het knap lang heeft geduurd voordat men inzag dat het woord democratie staat voor het besef dat beïnvloeding van besluitvorming slechts aan weinige ingewijden is gegeven, en dat het bovendien ondoenlijk is altijd uit de doeken te doen hoe een en ander dan wel in elkaar steekt, en dat nietttemin de kans bestaat dat men in enig besluitvormingsproces wordt betrokken, en dat het de betrokkene dan ook is gegund zich tijdelijk een dictator gelijk te voelen, en dat uitsluitend om deze reden eventuele mondigheid met mate mag worden aangewend, en nog wat van die dingen. En u zegt erbij dat u oproept tot zelfonderzoek.

Terug naar de aanleiding: de debatten over het Rijksmuseum. Punt een, het lijkt me heilloos daaraan deel te nemen. Ik zou het gebouw van Cuypers willen karakteriseren als een gesloten complex, van alle zijden bouwkundig attractief, zonder ruimtes voor toevoegingen (zoals het Louvre, waar tussen beide vleugels een immense vlakte plaats bood voor de glazen pyramide) of ondergeschikte zijgevelwanden (zoals het Concertgebouw in Amsterdam) die aanbouw rechtvaardigen. Punt twee, naast alle andere voors en tegens, die ter tafel zullen komen, wil ik graag ook nog de visie van Theo Voorzaat inbrengen: afblijven van gebouwen, vooral van oude. Natuurlijk verval is een proces van grote schoonheid. Punt drie, welke architekt er ook uit de bus komt, we laten hem -wat gek, geen dame bij de kandidaten te bekennen, toch las ik laatst dat vrouwen tijdens hun menstruatie een veel beter ruimtelijk inzicht hebben dan mannen- zijn gang gaan. Geen rechtszaken, bodemprocedures, referenda, maar gewoon geweldloos toekijken. Punt vier, de Stopera heeft vast binnenkort betonrot, dus die moet ook gerenoveerd worden. Als u daar iets over te zeggen wilt hebben, moet u nu vast gaan manipuleren.



Op het schilderij "Ontroerend Goed" (uitsnede) van Theo Voorzaat is nog weinig van het Rijksmuseum over. Boeiende vraag: zou het ooit zover komen? Of zou het vigerende cultuurbeeld pas verdwijnen als de zon een bruine dwerg wordt? Wat zou betekenen dat als er techisch niets mis ging in het heelal we kunnen spreken van eeuwig?


BACK