Section Contemporary Silver - At Brandenburg
At Brandenburg
|
At Brandenburg (1950) werkt als zelfstandig edelsmid in Schoonhoven. Na het doorlopen van de vakschool in deze plaats, begin jaren zeventig, deed hij als edelsmid ervaring op bij diverse bedrijven. Dit werk combineerde hij sinds 1975 met lesgeven als docent edelsmeden aan creatief centrum De Werkschuit in Gouda. Ook na de opening van zijn atelier 'Zilverwerk' in 1990, het moment waarop Brandenburg voor zichzelf begon, bleef hij aan dit centrum als docent verbonden. Daarnaast is hij sinds enkele jaren als docent goudsmeden verbonden aan de avondvakschool in Schoonhoven.
Naast het vervaardigen van sieraden en objecten in opdracht, alsmede het restaureren van antieke voorwerpen, exposeert Brandenburg regelmatig met zijn vrije werk. In dit kader is hij betrokken bij de stichting "Zilver in Beweging", een groep kunstenaars die zich bezighoudt met het op een andere dan de traditionele manier vorm geven aan zilver. Werk van "Zilver in Beweging" was te zien in Het Schielandhuis in Rotterdam, het Museum voor Sierkunst te Gent, het Singermuseum in Laren en Kasteel Hoensbroek in Heerlen. Daarnaast organiseerde Brandenburg diverse exposities, ondermeer op de Holland Art Fair in Utrecht. Deze exposities hebben regelmatig tot verkoop van werk van Brandenburg geleid Het restauratie- en opdrachtenwerk ziet Brandenburg duidelijk los van zijn werk als kunstenaar. Grootste verschil is dat in het eerste geval de wensen van de opdrachtgever voorop staan, terwijl hij het vrije werk vooral voor zichzelf doet. Uitgangspunt bij het werk in opdracht is uiteraard wat de klant wil. Toch is in de meeste in opdracht gemaakte sieraden of objecten wel de hand van de smid te herkennen. "Ik stel een persoonlijk contact zeer op prijs. Als mensen mijn atelier bezoeken hebben we nogal eens de neiging elkaar een hand te geven. Wanneer ze iets willen laten maken, schets ik vaak ter plekke het á‚áá‚án en ander om te laten zien wat er zoal voor combinaties en mogelijkheden zijn. Wanneer het gaat om bijvoorbeeld trouwringen, zal ik meestal een eenvoudig model adviseren, maar wanneer men graag iets anders wil kan dat uiteraard ook. Vaak is men verrast als je iets naar eigen wens kunt maken." Naast sieraden als ringen, broches maar ook bijvoorbeeld ambtsketens, vervaardigt Brandenburg objecten bedoeld als relatiegeschenk of ter herinnering aan een jubileum. Ook hier geldt dat de wensen van de opdrachtgever bepalen hoe het voorwerp er uiteindelijk uit komt te zien. In principe is alles mogelijk, zolang het maakbaar is. Hetzelfde verhaal gaat op voor objecten in de vorm van gebruiksvoorwerpen, waarbij valt te denken aan een zilveren doos, een beker of een bij een bestaande set passende aanvulling. In alle gevallen geldt dat het object na voltooiing uiteraard wordt voorzien van het meesterteken. In een enkel geval laat Brandenburg er ook zijn naam op achter, maar dit gebeurt alleen "wanneer ik er helemaal achter sta." Een ander onderdeel van het werk in opdracht betreft het restaureren of repareren van antieke voorwerpen. Dit gebeurt zowel op verzoek van particulieren als in opdracht van antiquairs. Vooral voor de eerste groep is het in ere herstellen van vaak dierbare voorwerpen meestal dankbaar werk. Vanwege de vaak hoge emotionele waarde van de stukken hebben de eigenaars ervan in de regel ook wel wat over voor reparatie of restauratie. Bij antiquairs ligt dat uiteraard ietwat anders. Ook in het vrije werk van Brandenburg speelt zilver als materiaal een grote rol. Zijn objecten, zelf spreekt hij van 'bouwsels', wijken sterk af van de gangbare, bekende vormgeving in zilver. Als lid van de kunstenaarsgroep 'Zilver in Beweging' wil hij duidelijk breken met het stramien waarbinnen zilversmeden altijd hun werk deden en veelal nog doen. Moderne vormgeving in zilver manifesteert zich eigenlijk pas zeer kort, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de min of meer verwante glaskunst. Brandenburgs werk kan dan ook in zekere mate gezien worden als een aanval op de traditie. Hij combineert zilver met andere, gebruikte materialen als ruwe steen en gietijzer. Hij streeft de perfectie niet helemaal na, omdat dat de kijker alleen maar afleidt. Waar hij 'edelstenen' gebruikt, gebruikt hij synthetische stenen, zo de diamant ironiserend. "Het gaat mij om de indruk die een vorm op je maakt. Veelal moet een zilveren object het hebben van het opgepoetste, het gepolijste. Als dat eraf is, verliest het z'n vorm. Daarom kies ik niet voor het 'mooie', maar voor een minder eenvoudig te consumeren vormgeving. Mensen moeten er wat moeite voor willen doen om de vorm te bekijken." Over het gebruik van andere materialen zegt hij: "Binnen het object groeien de toegepaste materialen naar elkaar toe. Waar ik andere materialen gebruik is dat niet als toevoeging, maar als deel van het totale ontwerp. Zo kunnen ze, in hun nieuwe bestemming, een nieuw leven gaan leiden." Techniek speelt slechts een bescheiden rol in Brandenburgs objecten. De belangrijkste activiteit lijkt zelfs van de objecten zèlf uit te gaan: als het ware met hun voelsprieten speuren ze de omgeving af, zoekend naar contact met de toeschouwer die zo geprikkeld wordt de vorm nader te onderzoeken. Het wankel evenwicht, hangend tegen het omslagpunt, doet vermoeden dat het object ineens een andere houding zou kunnen aannemen. Andere objecten zijn juist niet fragiel, maar spreiden eerder een bijna extravagante, theatrale lompheid ten toon. Zo vormen ze, mede door het gebruik van edelsmid-vreemde materialen, een scherp contrast met het fijne, sierlijke smeedwerk waarmee de kijker zo vertrouwd is. Juist dit contrast roept de spanning op die deze objecten zo boeiend maakt. |