BACK

Weekly Residuum 259 - september 2005 A
© foto en tekst Koen Nieuwendijk




Ik zou graag eens uitweiden over de positie van het koppelteken als dat dient om een zinsnede, die een onderwerp insluit dat van het lopende betoog afwijkt, aparte aandacht te geven zodat u als lezer na het eerste streepje gepasseerd te zijn begrijpt dat de schrijver graag wil dat u zich realiseert dat hij zijn betoog even onderbreekt en dat u de aandacht voor het voorafgaande even vast moet houden totdat hij na het tweede koppelteken de draad weer oppakt. Een koppelteken kun je het eigenlijk niet noemen, het is eerder een aandachtafleidingsteken.

Al kon ik in de inleidende bepalingen van de Woordenlijst Nederlandse taal slechts uit de schrijfwijze van het voorwoord opmaken hoe het moest -aangenomen tenminste dat professor Stekelenburg zich nergens zal vergalopperen, en het dus niet doet zoals ik nu hier doe- kwam ik het bestaan van de uitgave "Alles over leestekens" -voor mierenneukers om van te watertanden- op het spoor en daar zal het dan wel in staan.

Dat neemt niet weg dat ik vermoed dat deze regel is verzonnen om mij de voet dwars te zetten, want als er één in staat is om u met zijn woordenbrij op het verkeerde spoor te zetten, dan ben ik het wel. Er moeten onverlaten zijn die tot elke prijs willen voorkomen dat u met mijn gedachtengoed wordt geïnfecteerd, door voor te schrijven - laat ik het even aanschouwelijk maken en voor één keer doen zoals het hoort - dat er een spatie moet zitten na het eerste liggende streepje en ook vóór het tweede, zodat je daaraan niet kunt zien of de op lagere toon uit te spreken uitweiding nog moet beginnen of al voorbij is, zodat u, in mijn teksten althans, de draad doorgaans reddeloos kwijtraakt. Dat is jammer, maar -ik zie het graag positief- al met al is het een hele eer dat ze mij moeten hebben.





BACK