BACK to the exhibition Francisco Roa     BACK     BACK to the exhibition Erik van der Esch

Weekly Residuum 434 - mei 2015 A
© foto en tekst Koen Nieuwendijk


foto © 2015 Koen Nieuwendijk
"Relevante Bloem"


Welkom op deze eerste opening van het seizoen, op een nazomerse dag, op een namiddag vol evenementen, in een volle galerie, ook dat nog.

Voor ik verder ga wil graag onder uw aandacht brengen dat Erik van der Esch met deze kleine deeltentoonstelling zijn entree in de galerie maakt. Erik, van harte welkom in dit spektakel van getalenteerde kunstenaars.
Francisco Roa is helaas niet aanwezig. Hij is kort voor de tentoonstelling weer naar Spanje verhuisd, maar heeft beloofd bij zijn volgende vernissage aanwezig te zijn.

Zo uitgestrekt als het heelal, zo breed is ook het spectrum van de kunsten. Zo onuitlegbaar als het heelal, zo ongrijpbaar is ook de verbeelding, het woord mag eigenlijk niet ingrijpen. Toch probeer ik een tipje van de sluier op te lichten door uw aandacht te vragen voor het spektakel van de introversie en van de verwondering.

Een paar dagen geleden vroeg een bezoeker wat het schilderij "Maskerade" betekende. Ik legde hem uit dat al die bezige wezens op een wat gecomprimeerde manier weergeven hoe de menselijke geest de hele dag door van het een naar het ander springt, vreemde combinaties maakt, daar snel als de bliksem een gevoel bij heeft, onmiddellijk wordt afgeleid door iets anders. Ik las onbegrip op zijn gezicht, en realiseerde me dat het bewustmaken van al die snelle associaties voor de gemiddelde mens geen dagelijkse bewuste kost is. Misschien moet u eerst iets los maken bij uzelf om dat op te merken en vooral te durven toegeven.

Dus, Dames en Heren,
Laat ik het proberen
Tijdig het tij te keren
Het denken te beheren
U en mijzelf iets te leren
Ons allen desnoods te bekeren
Wat heb ik nog niet gehad,
O ja, je wegscheren, onteren, interen, opereren, opteren,
krijg de klere, interpreteren,
het is soms even zoeken,
dat leidt maar tot dichterlijk marchanderen,
cultureel vegeteren, maatschappelijk releveren,
belazéren


Zo, schud u maar even met uw hoofd, nu bent u er klaar voor.

Als ik dan toch iets mag benoemen, dan zijn het introversie en verwondering die in deze tentoonstelling aan de orde komen. De eerste stap maakt u nu al in gedachten, want u anticipeert op mijn woorden en denkt waarschijnlijk dat ik met de verwondering, het kan niet missen, refereer aan de schilderijen van Erik van der Esch. Dus, minstens zo onvermijdelijk, schrijft u het spektakel van het introverte aan Francisco Roa toe. Ik geef toe, het klinkt wat tegenstrijdig, maar u weet toch ook wel van oorverdovende stilte, als liefhebber van stillevens moet u daar gevoelig voor zijn, het hebben meegemaakt, ernaar verlangen.

Ik zou een tipje van de sluier oplichten, maar ik moet toegeven, dat gaat me in dit korte bestek niet lukken. Ik ben het spoor alweer bijster, heb u heel even hoop kunnen geven dat ik meer inzicht kan aanreiken, maar helaas, de schilder is de baas, hij reikt ons een chaos aan, die we zelf moeten ordenen, of niet. En dat sluit, schiet me te binnen, aan bij wat ik beschouw als vooruitgang in het menselijk perspectief. De hedendaagse bewuste mens is in staat te erkennen dat ons verstandelijk vermogen tekortschiet om ook maar een beetje te begrijpen hoe de vork aan de steel zit, maar laat zich daardoor niet ringeloren, blijft intensief verder zoeken, en probeert er intussen wat van te maken. De zekerheid van de onzekerheid, ik kan u verzekéren, daar kunnen we nog eeuwen mee voort.

Dat geconstateerd hebbende kan ik met een gerust hart beweren dat dit het juiste moment is om deze tentoonstelling voor geopend te verklaren. Ik dank u voor uw aandacht.




Belangrijke voetnoot bij een belangrijke constatering.

Bij het woord "belazéren" kreeg ik tot mijn verbazing een open doekje. Dat riep een paar vragen op. Overigens vroeg ik me al voor de opening af of de toehoorders door de snelheid van spreken en de stortvloed van woorden dit zouden oppikken. Dat bleek dus het geval.

Maar wat wilde ěk hiermee eigenlijk zeggen? In het woord belazeren heb ik een paar zaken samengetrokken, maar wat ik in ieder geval niet beoog is kunstenaars becommentarieëren. In principe heeft elke kunstenaar mijn zegen. Natuurlijk weet ik dat er heus wel burgers zijn die de modernere kunst geringschattend als de kleren van de keizer typeren, maar daar hou ik me verre van. Mijn auditorium volgens mij in hoofdlijnen ook. Ik ken het merendeel van de bezoekers, en sommigen zijn heus niet zonder kritiek, maar scheren beslist niet alles over één kam. Ik denk dan ook dat het een gevoelen van onbehagen is over de gang van zaken in de periferie van de kunstwereld, die zich niet van zijn eigen dogmatiek en arrogantie bewust is. Zoiets ontgaat de gemiddelde ontwikkelde burger niet. Ze zijn te netjes om erop te schelden, knikken misschien instemmend bij de teksten van Komrij, en dan opeens offreer ik hun een klein uitlaatklepje.

Maar hoe dan ook wijst de reactie van de toehoorders op een grote kloof tussen het beoogde idealistische perspectief van de actuele kunst en de consensus. Dat kan niet anders betekenen dan dat de dominante stroom in de kunstwereld de plank misslaat, of, iets milder en specifieker, de plank in het bedienen van doelgroepen misslaat.

Blijft staan dat ik die woorden in een opwelling wel degelijk zelf heb geschreven, zij het onder grote druk, want twintig minuten voor de opening. Of ik daar een slecht geweten over heb? Welnee. Zolang spot en zelfspot hand in hand gaan, zal een dosis overkill ook door beide partijen worden begrepen. Uiteraard mag ik worden tegengesproken, maar dan heb je het wel over een dialoog, en daar is helaas geen sprake van.

Voor allle duidelijkheid, ik ben nog steeds apetrots op het applaus, maar wil tegelijkertijd voorkomen dat deze verwringing in het consumeren van kunst zo alle eerlijke grensverleggers dwarsboomt.. Dus laat ik beginnen met een zelfcorrectie: ik wilde dit stukje ondertekenen met mijn naam, aldus beletterd: kOEN nIEUWENDIJK, maar dat vind ik zelf toch wel erg kinderachtig. Als ruil stel ik voor dat de correctoren van de wereldorde hun visie over vorm en inhoud aan een onderzoek onderwerpen, en bovenal proberen te beseffen dat superioriteitsgevoelens botsen met hun beoogde maatschappelijke bijsturing, want uiteindelijk is alles relevant.

Koen Nieuwendijk


BACK