BACK

Section Artists of the Gallery - Ben Snijders

Zomer negenentachtig 1989-1990 - olieverf op paneel - 39 x 52 cm

Interview van Else Gerritsen-Sluijters met Ben Snijders naar aanleiding van het schilderij 'Zomer Negenentachtig'.
(Uitgave Kunst-en-Maker, Drents Museum, Assen, 1990)
© Else Gerritsen-Sluijters / Drents Museum, Assen


Inspiratiebron

'Het stillevenschilderen is ontstaan, na een paar jaar experimenteren met landschappen, interieur en portret, vanuit de behoefte helemaal zelf onderwerpen te kunnen samenstellen, los van invloeden, zoals veranderende weersgesteldheid en koude voeten. Een stilleven blijft hetzelfde, zolang je geen vergankelijke dingen gebruikt als bloemen en vruchten. Het blijft lang goed, het blijft hetzelfde, dus kun je er heel lang aan doorwerken...'

'Na de academietijd heb ik ook heel wat geëxperimenteerd van vrij realistisch tot abstraherend tot tegen het abstrakte aan. Ik heb ook wat grafiek gemaakt, aquarellen, olieverf, eigenlijk alle technieken wel geprobeerd. Tijdens mijn opleiding heb ik ook naar stillevens gewerkt, maar meer als studie. Dat was als studieobjekt heel geschikt, maar niet om later zelf je avonturen mee te gaan beleven. Nee, dat is pas veel later gekomen, dat ik opnieuw de mogelijkheden van het stilleven ontdekt heb...'

Vrijheid

'Een voordeel van het stilleven is voor mij de vrijheid van onderwerp en de veelheid van vormen en elementen. Eigenlijk is alles mogelijk met het stilleven. Je kunt zelfs een landschap of een naakt in een stilleven schilderen. En de mogelijkheid om een geheel eigen wereld op te bouwen met die vormen en kleuren, die een bepaalde betekenis voor je hebben...'

'Bovendien kun je die voorwerpen en die objekten kiezen, waar je los van hun vorm iets meer aan beleeft door bepaalde associaties, herrinneringen, dierbare dingen. Je begint dan met een zolder vol met flesjes en kannetjes en prulletjes, maar dat vernauwt zich toch al heel snel tot een stuk of tien, twaalf attributen, waar je jaren mee vooruit kunt en waarvan je dan drie of vier in je stilleven gebruikt; waarmee je eindeloos kunt combineren en toch weer steeds een nieuw schilderij kunt maken. Ik heb bijvoorbeeld een klein flesje, dat al jaren meegaat en wat toch elke keer weer nieuw is, dat weer nieuwe mogelijkheden heeft, dat je zegt: Moet je nou eens kijken...'

Een totaal aan gegevens

'Als je dan na veel schuiven, veranderen, toch weer eens dat ene voorwerpje erbij, als dan eindelijk de zaak zo staat dat je zegt: Ja, nu kan ik er mee aan het werk. Dan is daar door al die verschillende voorwerpen toch wat tot stand gekomen, wat mij aan het schilderen kan zetten. Waarmee ik aan het werk kan. En dat is dan niet alleen dat witte potje, dat zo mooi oplicht tegen de blauwe achtergrond. Nee, het is het totaal aan gegevens, wat samen de moeite waard is. Het is een groep woorden, die samen het gedicht maken. Het zijn de klanken, die samen de melodie vormen...'

Idee

'Dit stilleven, daar had ik al wat over nagedacht over een bepaald evenwicht, over een compositie. De horizon had ik iets boven het midden gedacht en een heel zware partij links. En als je dat idee dan hebt, dan ga je daar wat voorwerpen bij zoeken. Ik heb bij de samenstelling van dit stilleven rechts een heel wit onbeschreven papiertje ingeprikt met de gedachte om al schilderend tot een vorm te komen, die daar op moet. Iets, dat bij die lichte plek kan horen. En halverwege het schilderij ben ik eens gaan rommelen in mijn studies en vond ik dit kleine potloodtekeningetje, wat ik erin gebruikt heb. En wat ook duidelijk zijn inbreng heeft in het geheel, als een klank in het totaal...'



Drager van emotie

'Het gaat mij niet in de eeste plaats om de voorwerpen die je schildert, maar om de emotie, de gevoeligheid, die je ermee over kunt brengen. Die dingen zijn eigenlijk de drager van je emotie, zou je kunnen zeggen.
Zo'n wit potje, wat daar staat, dat heb ik een jaar of tien terug in Zeeland gekocht en zo'n ding komt dan tussen mijn andere voorwerpen te staan. Pas na een paar maanden pak je het eens in je handen, je zet het een keer in een stilleven en dan weer weg en dan in een keer doet het mee met de rest, dan kun je het gebruiken. Ik vind het een boeiend ding, omdat het een hele mooie blankheid heeft, een transparantheid ook, het neemt zijn omgevingskleuren op. Het past zich mooi aan. Niet opdringerig...'

'Dat zijn dan voorwerpen, die ook, als je ze bij elkaar zet, elkaars zeggingskracht accentueren. En dan gaat het nogmaals niet om de voorwerpen, hoe charmant en hoe mooi van kleur, maar het gaat er om wat je via die voorwerpen kunt oproepen, wat je kunt overbrengen. Dat lukt mij niet met een groepje plastic zakken, maar wel met deze voorwerpen, die op dit schilderij staan...'

Een andere werkelijkheid

'Je kunt een heel onaanzienlijk voorwerp heel belangrijk maken door het een voorname plaats in je compositie te geven. Of door er meer licht, door er een extra spotje op te zetten. Je kunt dingen, waar je altijd aan voorbij loopt, op een bepaalde plaats in je compositie zetten, zodat je ze haast voor het eerst ziet. Iets waar je dagelijks mee omgaat, kun je zo neer zetten, dat het nieuw wordt; een andere werkelijkheid voor je wordt...'

'Je haalt vaak vormen of voorwerpen of voorstellingen binnen je compositie, waarvan je eigenlijk niet kunt beredeneren waarom je ze gebruikt, maar je merkt onmiddellijk, dat als je ze erin zet, ze een inhoudelijke betekenis hebben voor het totaal. Met kleur zou je nog kunnen zeggen van: ik heb dat rood gewoon nodig, compositorisch. Ook al zet ik het schilderij op z'n kop, dan blijkt dat rood daar gewoon te moeten zijn...'

Geheel

'Ik probeer in elke fase het avontuur van het schilderen vast te houden. Ook als ik een schilderij opzet, met brede vegen, dan is dat al heel avontuurlijk bezig zijn. Kleuren wat verhevigen, vormen wat accentueren. In elke fase wil ik een totaal schilderij hebben. Je zou er elk moment bij weg moeten kunnen lopen en dan moet het toch een evenwichtig schilderij zijn. Dus als ik rechts aan het schilderij wat verander, wat verhevig, dan moet ik onmiddellijk daarna links ook wat doen om het weer in balans te krijgen. Ik ben niet zo'n schilder die op een wit doek linksboven begint te schilderen en als hij na enige tijd rechtsonder is, dan is hetschilderij klaar. Zo werk ik niet...'

Gevoel

'En dan is het ook zaak om al schilderend die beginemotie vast te houden. Dat je niet afdwaalt, dat je niet alleen maar met die vormpjes en die kleuren bezig bent. Het is ook een soort harmoniebeeld, een soort welbevinden dat je wilt schilderen. Het gaat er niet om een flesje zo natuurgetrouw mogelijk te schilderen. Dan zou ik me inderdaad beter tot een foto kunnen beperken. Je wilt er iets mee doen. Iets meer, je wilt een emotie overbrengen. Wat het precies is, wat je wil overbrengen, dat is ook niet altijd onder woorden te brengen...'

Document van deze tijd

'Ik voel mij een eigentijds schilder. Mijn stillevens zijn ten opzichte van de stillevens van vroeger vanuit een heel andere denk- en gevoelswereld ontstaan. Mijn werk is min of meer een afspiegeling van het leven, dat ik zo bewust en intens mogelijk beleef...'

'Ik ben van huis uit een impressionist. Maar door het intensief stilleven schilderen is het meer en meer verdiept, meer gericht op de verborgenheden, het wezenlijke van de dingen...'

'Je zou dus van een verdiept impressionisme kunnen spreken, wat dicht bij het realisme komt. Eigenlijk is het een soort balanceren op het randje. Ik ga heel ver, dus met kleuren verhevigen en de vormen veranderen, maar nooit zo ver dat de dingen een andere realiteit krijgen. Het wordt nooit surrealistisch, eerder lyrisch realistisch...'

Opstelling

'Ik heb een doos met oude lappen en papiertjes. Daar ben je dan zo een paar uur me aan het schuiven: met een flesje, een potje en wat extra dingen erbij. Je blijft net zo lang schuiven totdat er iets gebeurt, dat je zegt: Dit is het. Dat is soms in een half uurtje bekeken, soms kom je er pas na anderhalve dag achter, dat het rond is...'

Voorstudies

'Is het stilleven tot stand gekomen, staat de zaak naar volle tevredenheid, dan komt er een enorme haast in je om het zo gauw mogelijk vast te leggen, vorm te geven. De laatste tijd maak ik een voorstudie in acryl op een vel papier. Acryl heeft het voordeel, dat je er heel snel in kunt corrigeren. Je hebt ook snel wat en je kunt toch binnen dat gegeven experimenteren. Je kunt al schilderend je compositie iets beter bepalen: dat het ene ding iets groter moet worden, het andere wat kleiner, wat de vorm veranderen...'

Materiaal en techniek

'En als dan alles na enige tijd schilderen goed is, dan breng ik die verworvenheden over op mijn uiteindelijke paneel. Ook vaak in acryl, echt als ondergrond. Als dat dan allemaal goed staat, dan ga ik over tot het eigenlijke olieverf schilderen. Mijn voorkeur gaat uit naar de olieverf, omdat het een intense kleur heeft en materiaal is dat ook wat kan hebben en waarmee je eindeloos door kunt gaan...'

Proces

'Omdat er al veel voorwerk in de acrylstudie gebeurd is, kan ik de uiteindelijke opzet vrij vlot en snel maken, zodat er een redelijk impressionistisch beeld van het stilleven ontstaat. Dan komt er een middengebied van verf opbrengen, kleur verhevigen, vormen wat bijstellen. Dat is een behoorlijk technische zaak...'

'Al schilderend en schilderend kan het zomaar zijn, dat het begint te komen. Daar begint een sfeertje te ontstaan, wat ik wil. Ja dat kan ik niet onder woorden brengen. Dat is een pure gevoelsmatigheid. Als het schilderen in die fase is aangekomen, dan moet je heel oplettend blijven, heel alert. Kijken, kijken en het onmiddellijk herkennen als het erin komt. En dan maar proberen het vast te houden en uit te breiden over het hele schilderij...'

Eindfase

'Dan kom je in de belangrijkste fase, waarin je herkent, waarom je ophield met schuiven bij het opbouwen van het stilleven en zei: nou kan ik gaan schilderen. In zo'n eindfase moet je proberen heel dicht bij je start te blijven, dus in gedachte houden van: wat is het, dat ik dit, deze combinatie van dingen wil schilderen...'

'Hoe verder je ook vordert met je werk, hoe meer je ook naar het schilderij zelf moet luisteren tot het moment, dat je het los moet laten. Soms helemaal tegen je zin in, want het gaat goed en je wilt wel verder, maar dat leidt tot niets, enkel tot meer detaillering en daar gaat het uiteindelijk niet om...'

Geschilderd

'Ik vind een van de gevaren van deze manier van schilderen, van dit realistisch schilderen, dat het fotografisch kan worden. Het moet altijd spannend zijn, het moet schilderen blijven. Als je zo'n schilderij van dichtbij bekijkt dan moet het een mooie huid hebben van verfklodders, van streken. Je mag best van dichtbij zien, hoe het gedaan is...'

Informatie

'Wat ook vaak zo is, dat ik tijdens het schilderen in de afwerkfase alweer aan een nieuw schilderij denk, wat is voort gekomen uit dit schilderij. Want als je zo een paar weken aan een schilderij zit te schilderen, dan moet je steeds weer keuzes maken. Het stilleven geeft je zoveel informatie dat je je moet beperken. Je kunt je tot de kleur beperken of tot de vorm, tot het licht of een bepaalde zachte menging van die dingen, maar je kunt het nooit allemaal tegelijk. Dan moet je dingen laten liggen en dan denk je, nou dat pak ik bij een volgend schilderij op. Zo kun je heel lang met een bepaald gegeven doorgaan...'

Compositie

'Het moet er ook heel vanzelfsprekend uitzien. Terwijl er toch zaken bijelkaar staan, die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben, moet het toch een harmonieus geheel worden. Maar dan wel harmonie, geen saaiheid. Het moet spannend zijn...'

'In dit schilderij is links het zwaartepunt, ook het kleurzwaartepunt, donkerzwaartepunt en dan moet daar rchts net zoveel gebeuren, niet te veel, niet te weinig, zodat het precies in evenwicht is. En dat je ook niet denkt als je oppervlakkig kijkt, wat een raar evenwicht. Het moet er heel vanzelfsprekend uitzien, maar onderhuids zijn er heel veel spanningen, is er van alles aan de hand...'

Ruimte

'Ik werk eigenlijk op een heel kleine ruimte. Ik heb ooit eens een plankje tegen een schot aangetimmerd. Een plankje van zo'n 18 cm breed en daar gebeurt het allemaal op. En dan al schilderend kruip je er boven op en ontstaat er een nieuwe ruimte...'

Compositie, lijn en beweging

'Ik let altijd erg op het compositorische aspekt, op het heel doortimmerde, een soort Mondriaanachtige compositie van vertikalen en horizontalen. Dan speel ik graag met die vertikale naadjes in de achtergrond, die een bepaald ritme hebben. De meest rechtse loopt helemaal door, terwijl de linker onderbroken wordt door een transparant papiertje, maar daarboven is hij wel even heel sterk aanwezig, ook als tegenwicht tegen het meisjeskopje...'

'Het geweld van alle horizontale en vertikale lijnen wordt subtiel onderbroken door de beweging van het steeltje van de Gelderse roos en wordt weer opgevangen door het oortje van het meest linkse kannetje...'

Compositie en kleur

'Bijvoorbeeld het rood, het ritme van de roden: de zware partij rood links, die herhaald wordt in de besjes en helemaal rechts nog weer eventjes door de twee streepjes. Zou ik die rechtse roden weghalen, dan zou de zaak naar links afglijden...'

Kleur en licht

'Ik heb een voorkeur voor blauw en dat is denk ik, omdat blauw voor mij iets is als het mysterie, de oneindigheid, het water, beweging. En ik kan met blauw alle kanten op. Je kunt het naar rood toe laten gaan en dat het dan toch nog blauw is. Nog belangrijker dan de kleur vind ik het licht. Het licht dat door juist kleurgebruik ontstaat...'

Keuzes

'Kijk, zo'n stilleven geeft heel veel informatie, door zijn vormen, door z'n ritme, z'n kleur, z'n stofuitdrukking, dat je wel gedwongen wordt om keuzes te maken. Bepaalde dingen verhevig je door extra licht, door de kleur of de vorm te versterken, terwijl andere dingen meer op de achtergrond moeten blijven. Zo kun je al schilderend componeren. En hoe verder je met zo'n schilderij komt, hoe duidelijker je moet kiezen: wat verwaarloos ik, het is daar wel in dat stilleven, dat mooie licht op die plooi linksonder, maar dat kan ik toch niet gebruiken, want dat gaat ten koste van wat ik eigenlijk wil. Dat is steeds weer afwegen en afwegen en het schilderij gaat zelf ook een woordje meespreken...'

'Zou je een foto van het uiteindelijke schilderij maken en van het stilleven, wat de aanleiding was tot het maken van dit schilderij, dan zul je zien, dat het een totaal verschillende wereld is. Een foto registreert heel keurig alles wat er is, elk plooitje, elke lichtplek, maar dat kun je in je schilderij niet gebruiken...'

Abstraktie

'Ik heb ook het idee, dat mijn stillevens de laatste tijd steeds abstrakter worden. Ik vind de abstrakte waarde van een schilderij heel belangrijk en ik ga daar steeds meer mee aan het werk. Ik zet vaak tijdens het schilderen het schilderij een poosje op de kop op de ezel en neem dan afstand, dan kan ik het schilderij goed beoordelen, los van wat het voorstelt. Je bent dan niet afgeleid door de voorwerpen, maar je ziet ze meer als kleurvlak en als vorm. Je kunt zo de abstracte waarde van het schilderij beter beoordelen, want een goed schilderij, moet op de kop ook nog een goed schilderij zijn...'

Weerklank

'Schilderijen maken, emoties vorm geven, dat is het waar het mij in eerste instantie om gaat. En als het voltooid is en het gaat de wereld in en het blijkt ook nog bij een aantal mensen weerklank te vinden, dan ben ik heel tevreden...'



BACK